Na twee weken omringd door familie volop vertellend over al mijn avonturen, kom ik opnieuw aan in Toulouse. Bij het nemen van de bus vanop de luchthaven gaat mijn hart een tikkeltje sneller slaan. Ik ben er weer: Gare Matabiau, canal de Brienne en uiteindelijk boulevard Lascrosses. Ik trek de deur van mijn vertrouwde kamertje weer open. Onmiddellijk installeert er zich een gelukzalige glimlach op mijn gezicht. Mijn blik rust op mijn bureau. Daar ligt hij te blinken: mijn gitaar. Wanneer ik dichterbij kom, wacht mij een aangename verrassing. Daar ligt hij: door mijn huisgenoten versierd met één van de foto's waar ik een enorme waarde aan hecht en de meest hartveroverende, meest oprechte boodschappen. Ik slik en moet tegelijk lachen: kleine anekdotes duiken onmiddellijk in mijn gedachten op. Compleet onverwacht, maar zonder enige twijfel één van de mooiste kerstcadeaus die ik kon krijgen.
En plots hoor ik het geluid: de voordeur gaat open. "Coucou ma petite! T'es où?!". Aurélie verschijnt in de deuropening. Er weerklinkt in koor een vrolijke "Bonne année!!" waarna een hartelijke begroeting volgt. Ik ben doodop. De avond wordt heel eenvoudig ingevuld: een film, een deken en kaarslicht. Geen van beiden zijn we een spraakwaterval, veel woorden worden er dan ook niet uitgewisseld. Toch worden er conversaties gevoerd: een kussen dat dichter wordt gelegd. Een simpele glimlach of het meezingen met de film om vervolgens uit te barsten in een lachbui:
Elle court
Elle court, la maladie d'amour.
Dans le coeur des enfants de 7 à 70 ans.
Hoewel ik omval van de slaap, ga ik dan ook met plezier in op de vraag om nog even te blijven liggen.
Zaterdagochtend valt Thomas op zijn beurt het appartement binnen. Ook zijn vakantie zit erop. Ook hij wordt even hartelijk begroet. Iedereen is opnieuw verenigd. Er klinkt een luide: GROEPSKNUFFEL!
Et la petite? La petite est complètement, parfaitement, indécemment heureuse.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten