dinsdag 30 oktober 2018

Bolivië

Ik heb een jaar lang niet meer geschreven. Niet omdat er niets te beleven viel, mijn studentenjaar in het Antwerpse hoefde in geen enkel opzicht onder te doen voor de andere vier jaar, wel omdat weinig van een dergelijke intensiteit was dat er zo nodig over moest verteld worden. Tot Bolivië eraan kwam. 

Ik trok er opnieuw op uit, gepakt en gezakt en klaar voor alles wat dit avontuur me te bieden had. Ik liet het Belgenland 24 dagen voor wat het was en trok met 11 compleet onbekenden de oceaan over. Reizen in groep is niet altijd even simpel: een groep reizigers, met allen diverse motieven en doelen, wordt willekeurig verzameld met als enige directe overeenkomst de bestemming. Toch is het dat wat groepsreizen zijn charme geeft: op 11 september kende ik met veel moeite de naam van mijn metgezellen, op 4 oktober hadden we allerlei avonturen beleefd en waren alle kleine kantjes van elkaar duidelijk. Banden waren veel intenser dan in het normale leven. In die mate zelfs dat er een heuse "heilige drievuldigheid" door ontstond waar ik trots deel vanuit maakte.


Ik heb mijn reisgenoten in alle mogelijke omstandigheden gezien: door en door gelukkig, meebrullend met de lokale hits, maar eveneens moe en ziek. Tijdens deze reis was mijn lach regelmatig doorheen de muren van diverse hotels te horen, iets wat voor de timide versie van mezelf nog steeds iets is waar ik versteld van sta. Een teken aan de wand dat dit goed zat.

Ik gierde van het lachen en beleefde de mooiste momenten: oprecht glimlachen en anderen aansteken zodat op termijn, terwijl we cruisen over een machtige zoutvlakte, drie door en door gelukkige mensen meebrullen met "sun is shining". Het liedje zal nooit meer helemaal hetzelfde klinken. Muren verdwijnen en verbondenheid duikt op. Spontane groepsknuffels ontstaan als iemand uitroept: "ik ben zo blij dat ik dit met jullie kan delen!". Verleden was onbekend en ook over toekomstplannen werd er bitter weinig gesproken. Enkel nu, en voor de 100%. 



Conversaties bestaan uit een simpele "ça va vandaag?", "ja hoor, oké". Korte woorden, maar ze volstaan om na te gaan of het goed gaat. Ik ben moe geweest, heb slechte dagen gehad, ben ziek geweest, maar steeds was er wel iemand in de buurt die even achterom keek.  Kleine daden, grote invloed. 

Op foto's blinken mijn ogen opnieuw, ik ben 1000 lachrimpels rijker en mijn hart voelt net weer dat tikkeltje voller. En ik weet opnieuw: daarom reis ik, exact om die reden. 



zondag 9 juli 2017

Proclamatie 2017


4 jaar geleden maakte ik een keuze die veel van mijn verdere loopbaan zou bepalen. Ik hield van talen. Een keuze In die richting lag voor mij dus voor de hand: ik zou studente taal-en letterkunde met communicatiewetenschappen worden. Dat die keuze universiteit inhield, hoorde erbij en weerhield me niet mijn hart te volgen. 


In 2016 bereikte ik als enige de kaap van Bachelor communicatiewetenschappen in combinatie met taal-en letterkunde. Frans werd mijn handelsmerk en passie. Tweetaligheid mijn hoogste doel. Doorheen de voorbije jaren speelde één professer daarbij een speciale rol. Joyce Koeman. Ze gaf het enige communicatievak ten tijde van mijn Kortrijkse carrière, zag me naar Toulouse en Parijs trekken en werd later promotor van mijn meesterproef. Ik schudde Prof. Koeman nog een laatste keer de hand en verliet daarna Leuven. 


Ik was verre van de slimste, was lang niet de grootste bolleboos, maar op 8 juli 2017 stond Ik toch tussen de promovendi der Masters Sociale Wetenschappen. Daarmee liet ik verleden achter me, snoerde twijfelaars de mond en bewees voorgoed wie Eline wel was: wilskracht, karakter en ambitie. Ik begon met "Wie had dat gedacht." en zwaaide na 4 jaar vechten en doorzetten met "Waw, Proficiat." trots af.



woensdag 22 maart 2017

1,5 maand later

Om 6u15 weerklinkt de wekker, iets wat me behoorlijk pijn doet na de rush van de laatste dagen: ik werd 22, werd gevierd door zingende stagebegeleiders, werd omringd door talrijke proficiats en bisous. Ik klom de Eiffeltoren op, keek de ogen uit m'n hoofd in de Moulin Rouge en genoot van Belgisch gezelschap. Kathleen vormde een thuishaven tijdens mijn Leuvense bestaan en stond dit weekend, na 1,5 maand, opnieuw aan mijn Parijse voordeur. Ik gierde, straalde en genoot. Taboes verdwenen in het niets en hoewel ik net 22 was geworden, bleef ik kleine. 
En toen was er 20 maart. Ik zocht mijn weg in het Parijse station en doorkruiste in mijn eentje Frankrijk. Deauville vormde daarbij mijn eindbestemming, want ik werd verwacht op mijn eerste zakenreis. En plots stond het er, op mijn eigen badge: Eline Van Wynsberghe, VisitFlanders & Brussels, Paris. 
De gebruikelijke netwerkshow ging van start en daar stond ik: voorgesteld als werknemer. Groen en licht onzeker, maar onwaarschijnlijk trots. Tijdens een uurtje vrij van congressen kan ik de stad In trekken. De zee gaf me weer ademruimte en de huisjes leken zo te zijn nagebouwd uit Disneysprookjes. Na 3 intensieve luisterbeurten keer ik opnieuw huiswaarts. Naar de wereldstad Parijs. 
Het tempo waaraan deze maanden voorbij vliegen lijkt nauwelijks bij te houden: beurzen, onwaarschijnlijke ervaringen, vaardigheden, uitdagingen tot recepties aan de voet van de Eiffeltoren toe. Mijn comfortzone lijkt hele ten dage één of andere exotische plaats. Mij rest niets anders dan alles wat ik kende achter te laten. Proberen, springen en bij dat alles zoveel mogelijk trachten te leren. 
Op dinsdagavond trek ik na de zoveelste spannende ervaring opnieuw huiswaarts. Daarbij kruis ik Trocadero met de bijhorende Eiffeltoren (ik blijf het ondanks alles een magisch ding vinden). Op het plein hebben zich honderden toeristen verzameld. Centraal staat een vioolspeler die er het beste van zichzelf geeft . Ik herken My Way en word door het hele gebeuren ontroerd: "Dit is het dan, groot worden. Volwassen worden. Stap voor stap en my way."

p.s. voor wie wil zien waar ik onder meer aan werk(te) hier in Parijs: http://www.theplaceto.be/4-flamands-dans-le-vent/





donderdag 2 februari 2017

Parijs

Champs-Elysées. Arc de Triomphe. Het zijn namen die bij iedereen wel een belletje doen rinkelen. Een paar maanden geleden kreeg ik het nieuws: een stage maakte deel uit van mijn studieprogramma. Kennismaken met het werkveld. Theorie omzetten in praktijk. Groentje omtoveren tot groentje-af. Allerlei mogelijkheden werden af getoetst. Eén ding stond vast: ik zou opnieuw het Belgenland inruilen voor iets anders. Wat "iets anders" precies inhield, was ook voor mij lange tijd een raadsel. Tot ik midden oktober het verlossende  telefoontje kreeg. Ik zou starten in Parijs. De wereldstad. De stad die ik al eerder verkende, maar waarvan mijn kennis beperkt bleef tot de grote trekpleisters.

En zo kwam het dat ik op 30 januari aanbelde op de Belgische ambassade "Bonjour, Eline Van Wynsberghe. Je commence à travailler aujourd'hui." Spanning gierde  door mijn lijf. Schoolbanken ken ik ondertussen als mijn broekzak. De Leuvense lokalen, de Kortrijkse aula's tot zelfs de varianten in Toulouse toe. Maar dit is nieuw. Werken is nieuw. Parijs is nieuw.

Stage in Parijs is je 's morgens in de enorme stroom aan Parisiens begeven. Stuk voor stuk gewapend met aktetas en I-phone oortjes. Daarbij is het trouwens van levensbelang voldoende zelfvertrouwen uitstralen in een poging niet omver gelopen te worden. Schouders achteruit. Borst vooruit. En doorstappen.

Stage in Parijs is goed uit je doppen kijken. Zowel voor auto's, die te pas en onpas doorrijden (voor zover ik wist, waren Fransen niet integraal kleurenblind),  als voor grote boodschappen van de franse dierengemeenschap. Een waar mirakel is het dat ik  in de voorbije 6 dagen nog geen gefrustreerde "MEEERDE!" heb horen weerklinken.

Stage in Parijs is je verwonderen over de gigantische bouwwerken. Majestueuze huizen torenen boven mijn hoofd uit en zelfs de plaatselijke Fnac lijkt een waar kunstwerk. Achter de hoek van elke boulevard verwacht ik Prada of Dior aan te treffen.

Stage in Parijs is trots zijn, wanneer mijn naam het paswoord is om de deur van de Belgische ambassade te openen. Stage in Parijs is je onwaarschijnlijk groen voelen, verbaasd rondkijken, mee op sleeptouw genomen worden door Anthony, in te beelden als pur sang Parisien: inclusief aktetas, inclusief lange mantel EN prototypische Franse hoed. Vergaderingen trachten te ontcijferen en voor het eerst in mijn leven netwerken op een beurs. Stage in Parijs is een soort creooltaal spreken waarbij Nederlands en Frans naadloos vermengd worden. Zinnen à la "Blijft gij hier eten? Sinon, tu peux te mettre là." zijn schering en inslag. Stage in Parijs is overweldigend. Groots. Enorm, spannend, maar vooral heel erg leerrijk.

De stad leeft en  slokt me regelmatig op. Waar ik voorheen door de Brugse straten slenterde (en ook daar, na 21 jaar,  nog regelmatig fout liep...), moet ik nu mijn weg zien te vinden in een enorme metropool. Kleine meid in grote stad vormt het kernwoord van dit alles. Parijs is charmevol, veroverde sinds dag één mijn hart en maakt me gelukkig. Ik herken tv-programma's, zing Franse liedjes uit volle borst mee en denk bij dat alles "Ongelofelijk dat dit kan."






dinsdag 17 januari 2017

Toulouse, 1 jaar later

Een jaar geleden vertrok ik er: mijn geliefde, geweldige en oh zo mooie Toulouse. Ik vertrok er met spijt in het hart. Met de nodige tranen ook. En met schrik, want wat als dit alles zomaar voorgoed voorbij was? Niets was minder waar. Toulouse is en blijft. Ook na een jaar. De gelijknamige klassieker van Nougaro ken ik nog steeds uit het hoofd. De cassoulet wordt ook dit jaar opnieuw uitgetest. Regelmatig duiken nog anekdotes op van lachbuien, huiselijke zondagen en warme knuffels. Ook coloc Aurélie blijft aanwezig. Niet langer dagelijks, wel op de momenten van de hoogste nood. Kerstkaartjes werden dit jaar niet verstuurd, behalve ééntje die eind december in de mij bekende postbus viel.

Binnen 2 weken wacht mij een nieuw Frans avontuur. Met dank aan Toulouse. Met dank aan de soms voor mij te nuchtere levenslessen van mijn oudere huisgenoot. Met dank aan de warme thuis. En met dank aan de fiere "Regarde Eline, elle a changé énormément." En dat tijd voorbij tikt, dat de toekomst roept, maar dat er vandaag, een jaar na datum, nog steeds plaats voor een reusachtige merci en graag zien. Heel erg graag zien. 





dinsdag 13 december 2016

Kortrijk. Toulouse. Leuven.


Kortrijk. Toulouse. Leuven. Weldra stopt ook mijn derde hoofdstuk in de stad die ik tot 2 jaar terug enkel kende van Louis Tobback. Mijn laatste weken in het Leuvense tikken langzaamaan weg en opnieuw leidt mijn pad me naar een nieuwe stad. Een nieuwe metropool om te ontdekken. Een nieuwe stad om mijn hart aan te verliezen. In theorie moest ik 2 jaar in Leuven studeren. In de praktijk heb ik er slecht één jaar doorgebracht. En toch: ook deze stad veroverde mijn hart.

Mijn eerste maanden verliepen niet zoals ik het gewild had: een enorm gemis maakte zich immers van mij meester. Pas na enkele maanden had mijn hart de ruimte gekregen waar het zo hard nood aan had. Wanneer de muziek in mijn oren weerklonk, liep ik opnieuw onbewust te glimlachen. Gelukkig, omdat alles opnieuw goed ging. Gelukkig, omdat nieuwe ambities binnen handbereik kwamen te liggen. Gelukkig, omdat de toekomst aan mijn voeten lag.

Ik heb urenlang meegebruld op de nieuwste hits onder het toeziend oog van buurman Bob en verkende de hele Leuvense binnenstad bij het volgen van de lessen. Mijn West-Vlaams accent klinkt al lang niet meer zo zuiver, maar vormt ondertussen al een mengelmoes van Kortrijks, Leuvens en Limburgs: "je" wordt in veel gevallen door "ge" vervangen, het kenmerkende "è" valt in veel gevallen weg.
Ook Leuven zal zijn sporen na laten. Leuven zal ik herinneren als de stad waar gezelligheid regeert en studenten heer en meester zijn. De aanblik van het Leuvens' stadhuis zal mij altijd bijblijven en Leuven zal gelijk staan met vrienden en plezier.

Ik verlaat Leuven met een hemelsbrede glimlach, om de herinneringen die ik er gemaakt heb en de avonturen die ik er heb beleefd. Ik verlaat Leuven ook met een traan, om de huidige vriendschappen die ik er weer even achter laat en de vriendschappen die ik er doorheen dit jaar verloren ben. Ik verlaat Leuven, gezond nerveus voor wat de toekomst voor mij in petto heeft. Ik verlaat Leuven, vol ongeduld. Vol goesting en goeie moed. Ik verlaat Leuven, maar ook hier laat ik een stukje van mezelf achter. Ook deze stad wordt voor altijd een beetje "thuis".




vrijdag 25 november 2016

Connectivity

Gastsprekers: ik zie ze regelmatig opduiken in het kader van mijn studies. Voorbije donderdag was dat niet anders. Na een hectische week, vol heen-en weergeloop, vol dagen gevuld met groepswerken, crisisprojecten, campagneplannen die mijn hoofd af en toe open en dicht laten slaan, nam ik vol goeie moed plaats op één van de traditionele houten stoelen die de aula sieren. Vandaag gaat het over evenementenorganisatie: communicatie over evenementen.

Spreker van dienst is de oprichter van I love Techno, Peter Decuypere. De man springt, huppelt en rent nerveus doorheen de aula: duidelijk gepassioneerd door zijn vak. Duidelijk vol energie. Met een serieuze dosis humor ook: al snel rollen de tranen over mijn wangen van het lachen. Tot die ene zin komt. Tot de ene zin: "Geef de mensen een excuus tot verbondenheid." plots het scherm siert. Ik herhaal: een excuus tot verbondenheid. Een excuus om elkaar een hand te geven. Een excuus om gewoon naast elkaar te gaan zitten. Want:verbondheid verkoopt. We connecteren zonder enige moeite op Facebook. Klikken is makkelijk. Klikken is simpel. 

Een glimlach daarentegen vraagt tegenwoordig moed. Een handdruk is te dichtbij. Plots word ik intriest: hoe kan dit. Hoe kan zoiets simpel als "samen" een marketingtruc geworden zijn... Ook ik ben voorstander van smartphones. Ook ik ben op allerlei media te vinden. Facebook, Instagram en Snapchat sieren ook mijn scherm.

Ook mijn gsm staat deze periode van het jaar amper stil: zonder de 'niet storen-functie' heb ik nog weinig nachtrust. Mails komen elk moment van de dag binnen, berichten via allerlei media eisen elk moment van de dag mijn aandacht op. Ik ben student. Als ik niet opneem of even niet antwoord gaat er heus niemand dood. En toch: ik moet altijd en overal beschikbaar zijn: voor medestudenten, voor professoren, voor vrienden en familie.

Eén avond van de hele week eis ik voor mezelf op. Een tijdsslot wordt ingebouwd in agenda en afspraken moeten onverbiddelijk wijken. Een belangrijke verjaardag gaat voor. Ik werk net zoals zovelen tot net voor het uur van afspraak, maar wanneer ik ter plaatse verschijn, ben ik wel met hart en ziel aanwezig. Gsm gaat uit. Vanavond niet. Vanavond ben ik hier aanwezig. Met alle aandacht, alle tijd en alle vriendschap die ik in me heb.

Ik slaap die nacht al bij al 5/6 uur, want 's morgens vroeg gaat mijn wekker opnieuw af. Klaar voor een nieuwe dag. En toch: mijn energiedosis is opnieuw onnoemelijk hoog. Ik kreeg op die ene avond een enorme dosis steun en bezorgdheid. Ik kreeg vriendschap, kreeg plezier en kreeg oprechtheid. Ik kreeg verbondenheid: een hand, een glimlach en een knuffel. Zonder marketing, maar met oprecht om iemand geven.