woensdag 25 mei 2016

You miss 100% of the shots you don't take

En plots zat ik er: voor mijn computerschermpje. Klaar voor een skypesesie met een vertegenwoordiger uit New York. Eerlijk waar: de zenuwen gierden door mijn lijf. De Skypesessie loopt anders dan gedacht: ik krijg handige tips. Ik leer bij. Maar wat ik had gehoopt, is nu nog niet mogelijk. Ik moet me erbij neerleggen: nu stage doen in Amerika, voor 1 maand, is niet aangewezen. Mijn hart weet dat de man aan de andere kant van de oceaan gelijk heeft. Mijn hoofd daarentegen schreeuwt keihard: verdomme, merde en een heleboel andere dingen die niet geschikt zijn voor publicatie. Ik moet slikken. Ik moet heel hard slikken. Toch weet ik: nu nog niet. Nu nog niet, maar ik ga.

Mijn dromen zijn mijn drijfveer. Ze houden me alert en geven me de ambitie waar ik nood aan heb. Helaas, houdt dat in dat ik af en toe het deksel op mijn neus krijg. Af en toe wordt ik dan geconfronteerd met mijn eigen koppigheid. Diezelfde koppigheid stuwt me vooruit, maar staat me soms ook stevig in de weg. En dan zijn zij er. Ze luisteren, begrijpen en geven me, zonder het zelf goed te beseffen en hoogst waarschijnlijk onbedoeld, de grootste levensles van dit hele avontuur. "Blij zijn met wat je wel hebt. Kop omhoog en later opnieuw proberen."


De aanmoedigende berichtjes wanneer ik me opnieuw in een avontuur stort. De succeswensen. De bemoedigende woorden als het misloopt. De aanwezigheid op de meest nodige momenten. Aurélie heeft nog geen internet op haar vernieuwde appartement, maar rent een halfuur voor aanvang van de skype naar de dichtstbijzijnde wifihotspot om mij de mooie woorden "j'ai confiance en toi" toe te sturen. Simon ontcijfert moeiteloos de boodschappen waarin ontgoocheling schuilt, biedt hulp aan en plaatst mij opnieuw met m'n voeten op de grond. Hij is daarmee wellicht de enige die zoiets voor elkaar krijgt. Hij wijst me op het feit dat ik, waar ik in de wereld ook mag verzeild raken, geen gebrek aan steun zal kennen. En ik weet dat hij gelijk heeft: ik heb geluk.
De volgende morgen belt de postbode aan met in zijn hand een aantal ontwikkelde foto's. Op twee ervan staan mijn neven. Ze zijn mijn neven, maar evenzeer mijn vrienden. Op de foto is hun arm om mij heen geslagen. Op slag verdwijnt ontgoocheling en weet ik: dit is wat telt. Dit en dit alleen is wat telt. En dat ik een jaar geleden nooit had gedurfd wat ik gisteren wel deed.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten