zondag 1 maart 2015

Een doordeweekse zaterdagochtend

Elke zaterdagochtend is het een routine: ik neem plaats aan de ontbijttafel en doorblader snel de krant. De hoofdpunten worden overlopen en ik heb opnieuw zicht op de belangrijkste gebeurtenissen. Vervolgens is het tijd voor mijn favoriete column. Nieuwsgierig naar wat Fleur deze week weer te vertellen heeft, begin ik te lezen. Regel na regel word ik meer en meer geraakt. Meer en meer komt het besef: dit ben ik. Dit is een relatie hoe ik hem ervaar. Waar ik al zolang mee worstel wordt zomaar even  voor mij verwoord. De chocomelk die ik had opgewarmd blijft eenzaam wachten tot ik ben bekomen. Die ene column op een doordeweekse zaterdagochtend bewijst het nogmaals: gevoelig zijn en mensen vanaf moment één graag zien is een sterkte, geen zwakte. Het is een wapen tegen oppervlakkigheid. Gewoon een steengoeie column. Gewoon een groot voorbeeld: Fleur van Groningen.

"DE ONTDEKKING VAN EEN VROUW
Het is nog koud maar de zon schijnt en terwijl ik de stad doorkruis, ruik ik de lente. In haar straat maak ik mijn fiets vast aan een paal en zoek haar huis. Het blijkt een statig wit herenhuis, waarvan de hoge ramen me al een blik op haar goedgevulde boekenkasten gunnen. Ik ben nieuwsgierig en een beetje verlegen. We hebben elkaar immers maar één keer ontmoet: jaren geleden, tijdens een etentje bij gemeenschappelijke kennissen. Toen sloeg er een soort vonkje over; een gevoel van herkenning. Ik keek in haar donkere, vurige ogen en ontwaarde een intens levensparcours, diepe dalen, hoge pieken en een onvoorwaardelijke toewijding aan de schoonheid. Zij stelde voor om eens af te spreken. Wat ik graag wilde maar wat er niet van kwam – misschien was ik bang om haar teleur te stellen. Ze is immers wat ouder dan ik en heeft veel meer levenservaring. Maar toen ik vorige week zat te lezen op mijn bank en bedacht dat mijn beste vrienden tegenwoordig boeken waren, mailde zij geheel toevallig dat haar beste vrienden tegenwoordig boeken waren en hoe ze verlangde naar een diepgaand gesprek. Ze nodigde me uit aan haar open haard, ik overwon mijn schroom en onze afspraak werd alsnog gemaakt.
Terwijl ik naar de dubbelde, houten voordeur loop, overvalt me het gevoel dat ik op het punt sta om een andere wereld te betreden. De deur opent automatisch en onthult een hoge hal, met een marmeren trap en koperen leuningen. Ze komt uit een zijdeur tevoorschijn, lachend, op haar sloffen, en leidt me de lichte woonkamer binnen, waar de haard brandt zoals afgesproken. Het ruwharige hondje dat me begroet, heeft een opvallend pientere blik. Ze loopt naar de keuken om thee te zetten. Ik volg haar, het huis door, waar klassieke muziek opstaat. Het is alsof ik door haar zelfportret loop. Bij elke stap leer ik haar een beetje beter kennen. De oude serviezen in de keukenkast. De geschuurde houten vloer en glanzende, leren zetels. De zwarte kat, die voorzichtig komt gluren. Het geschilderde portret van haar dochter. Het tuintje met de bank onder de nog kale boom. Alles vertelt iets over haar en ik kan me er alleen maar om verheugen.
We installeren ons op haar antieke bank, ze schenkt een bijzondere thee voor me in en snijdt de appeltaart aan. De hond vlijt zich aan onze voeten en een tweede kat komt nader kennis maken. Ik zit vlak bij de haard en door de hitte wordt mijn rug klam onder mijn wollen jurk. Maar ik verroer me niet. Ik ervaar dat zeldzame gevoel van ergens te zijn en nergens anders liever te willen zijn. Ons gesprek voert ons langs het verleden, langs inzichten en plannen, langs liefdes, pijn, pracht en hoop. Ze raakt me. Ik heb het gevoel haar te begrijpen en zelf begrepen te worden. Er moet niks bewezen noch verborgen worden. Dan buigt ze zich naar me toe en vraagt me met de ontwapenende blik van een jong meisje of ze me een kus mag geven. Ik knik, voel haar lippen op mijn wang en ruik de zoete geur van haar hals. ‘Bedankt om me te inspireren’, zegt ze glimlachend, zonder te weten dat dat het mooiste is wat iemand tegen mij kan zeggen.
Het is al donker als ik naar huis fiets. Vervuld. Dankbaar. Verbaasd. Ik heb een vrouw ontdekt. Een boeiende vrouw. Een wereld op zich. En ik ben zomaar gelukkig geweest, in iemands huis, in de stad waar ik me niet thuis voel, op een doodeenvoudige zondagmiddag. Voorzichtig tast mijn geest naar een oud cliché: misschien is dit wel het begin van een mooie vriendschap.
(Verschenen in Het Nieuwsblad 28/02/2015 Fleur van Groningen)"


Geen opmerkingen:

Een reactie posten