Twintig jaar is voorbij gevlogen. Toen ik 6 jaar oud was, bestond mijn grootste uitdaging erin om zonder al te veel ongelukken onbezorgd rond te crossen op mijn blauwe fietsje. Ik groeide, leerde, evolueerde en sloeg me doorheen een aantal moeilijke momenten. Het fietsje werd geleidelijk aan vervangen door een groter model en ik? Ik groeide verder, verlegde mijn grenzen en kreeg meer en meer inzicht in wat ik wilde doen, wie ik wilde worden en waar ik in geloofde.
Plots werd ik twintig. De vermelding van die leeftijd doet bij mij altijd de gedachte ontstaan: twintig? Die zullen wel verantwoordelijk zijn. Voor ik het goed en wel besefte behoorde ik zelf tot die klasse. Plots was ik een jonge twintiger.
17 maart: bij de gedachte alleen al maakt mijn hart een klein sprongetje. De hele dag kreeg ik het genoegen om te bedanken voor hartelijke verjaardagswensen. Ik werd op alle mogelijke manieren omringd door warmte. Moeder natuur gooide een stevige portie zonneschijn in de strijd en mijn vrienden lieten er geen twijfel over bestaan: ik was jarig. Ik moest en zou genieten.
Twintig worden zou ik niet zomaar laten passeren. Ik besloot iedereen op te trommelen en de bowlingbaan te bezetten. Negen vrienden. Negen geweldige vrienden kozen ervoor hun schare tijd aan mij te schenken. Ik werd omring door vriendschap, blijdschap en heel veel plezier. Ik genoot
Ik was overmand. Gewoon compleet overmand. Overmand door zoveel oprechtheid. Overmand door zoveel aandacht. Overmand door zoveel vriendschap. In mijn hoofd ging het ongeveer als volgt: dankje, dankje, waw... Dankje!
In opperste staat van geluk en met een gevoel van onmetelijke dankbaarheid, kroop ik na afloop onder de lakens en besefte: 't zijn fantastisch lieve mensen, meer kan ik me echt niet wensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten