zondag 17 juli 2016

Kinderlijke onschuld

De kilometers schuiven onder de wielen door. Het is valavond. De autoradio speelt. Talloze gezinnen trekken er gedurende deze periode op uit. In mijn gedachten keer ik terug naar één van de vele autoreizen met mijn ouders. De tijd waarin het bezoek aan de boekenwinkel net voor vertrek het hoogtepunt van het jaar vormde. Ik sloeg een voorraad kiekeboes in, wist mama een aantal stripverzamelboeken te ontfrutselen en was klaar om in m'n eigen wereldje te verdwijnen. Terwijl papa zijn meiden veilig op bestemming afleverde, brulde ik mee met de meestal actuele "Hits voor Kids" en verdiepte me in de vele avonturen van Kiekeboe en co. Kinderlijke onschuld behoedde me toen nog voor piekeren.
Vandaag zit ik zelf achter het stuur en is de kinderlijke onschuld verdwenen: mijn hoofd staat de laatste tijd geen seconde stil. Onrust maakt zich van mij meester: ben ik mezelf onderweg kwijt geraakt? Ben ik veranderd? Is verandering negatief of positief? Is het tijd voor vernieuwing? Wat met de toekomst? Vertrek ik? Vertrek ik nu? Vertrek ik binnen een jaar? 2 jaar misschien? Kan ik alleen? Papa noch mama kan me hiervoor behoeden. En eerlijk waar: ik sukkel. Ik zucht en ik vloek. Op een hoofd dat het even helemaal kwijt is. Op een hart dat afziet van de zoveelste ontgoocheling. Aanslagen, vriendschappen die stormen moeten zien te overleven en vooral heel veel onduidelijkheid. Ik vecht met mezelf en met m'n omgeving.
En toch: terwijl de zon definitief achter de horizon zakt, borrelt één zin op. De zin die me steeds opnieuw moed geeft. De zin die alles samenvat. Alles komt altijd, hoe dan ook, goed.




vrijdag 15 juli 2016

Be Nice

Ik ben er in april begonnen toen chaos regeerde. Luchthaven Oostende hield amper het hoofd boven water door de uitschakeling van één van de grootste luchthavens die ons belgenlandje rijk is. Een aanslag. 15 juli. Ik ontwaak en moet eens te meer slikken. Een blind geweld doodde 84 mensen. Kinderen, families, vrienden. 14 juillet, de dag van "fraternité, liberté, égalité" krijgt een zwarte rand toegedicht. Vanop Oostende vertrekt regelmatig een vlucht richting Nice. Een wagon aan fransen passeert dan één voor één aan mijn portiek. Vaak worden de gezichten gesierd met een goedlachse glimlach, een ontspannen sfeer zweeft door de luchtvaarthallen.

Vandaag stond ik er weer. De gedachten waren dit keer echter gitzwart. Mensen storten in te midden van de vertrekhal en proberen hun tranen te verzwelgen. En ik moet ze onder ogen komen. Eén voor één. Eén voor één moet ik ze in de ogen kijken. Eén voor één moet ik ze een onnozele rimram over vloeistoffen voorschotelen terwijl mijn hart het uitschreeuwt. Mij wordt gevraagd als spreekbuis te fungeren: inlichten, maar vooral steun betuigen.

Eline is niet langer de 21-jarige jobstudent. Eline is spreekbuis voor Oostende. Eline is bovenal mens. Mijn hart breekt regelmatig in stukken wanneer ik de radeloosheid in hun blik ontcijfer. Frans vloeit uit mijn mond. Niet uit vaardigheid, maar uit bewogenheid. Hart neemt hoofd over. Ik kan geen wonderen verrichten. Ik kan geen mirakels mogelijk maken. En toch, als ook maar één sprankel hoop een voedingsbodem vindt door mijn toedoen, is mijn missie geslaagd. Ik doe mijn uiterste best. Hoeveel ik mijn moed daarvoor ook moet verzamelen, want dit snap ik niet. Dit snapte ik toen niet, dit snap ik vandaag niet en dit zal ik nooit snappen. Mijn grootouders spraken over oorlog. Ik zal over aanslagen spreken. En dat doet pijn. Dat blijft pijn doen, want dit word ik niet gewoon. Dit wil ik niet gewoon worden.

Na een slopende dag rijd ik huiswaarts: op de radio weerklinkt "This one's for you". De tekst verenigde een aantal weken geleden nog duizenden mensen. Ze schreeuwt om eendracht en vrijheid. En ik? Ik hoop maar één ding: dat de tekst ooit werkelijkheid wordt en eendracht en liefde zullen overwinnen.
"We won't surrender. We're in this together. We stand strong together."